Op veel opleidingen in het hoger onderwijs zijn colleges met powerpoint de regel, maar ook elders in het onderwijs wordt veel met powerpoint of een vergelijkbaar programma gewerkt. Nu zijn er met betrekking tot powerpointpresentaties natuurlijk veel valkuilen voor beginners. Denk aan te veel tekst op de dia’s zetten en vervolgens voorlezen. Maar als het gaat om onderwijs is er een grote, extra valkuil.

Powerpoint kan docenten verleiden om een college (of les) te reduceren tot een presentatie. Met elke klik verschijnt er een nieuw stukje informatie en de docent staat erbij om deze informatie te presenteren. De whiteboardstift of het krijtje is er alleen voor de eventuele extra details. Er is weinig interactie met het publiek – pardon, de studenten – en met een beetje pech stelt niemand een vraag.

Onderwijs is iets anders dan een serie presentaties geven. Een open deur? Fijn! Toch komt het in de praktijk voor dat de verschillen niet zo groot zijn. Als u een vak of onderdeel geeft dat bestaat uit hoorcolleges en een tentamen, kan het het waard zijn om hier dieper over na te denken. Wat is het verschil tussen een serie presentaties geven en wat u als docent doet? En heeft u ook zoveel aandacht voor dat onderscheid als u zou willen?

Lokaas
Studenten willen graag dat de diavoorstelling voor zich spreekt en online terug te vinden is. Zo kunnen ze het college inhalen als ze fysiek of mentaal afwezig waren. Of ze vertrouwen minder op hun aantekeningen dan op de dia’s. Er ligt dus een verwachting (of eis) dat alle informatie op de dia’s terug te vinden is. Dat is een soort lokaas in de valkuil.

Natuurlijk is het goed om de informatie die tijdens het college behandeld is achteraf beschikbaar te maken. De behoeftes aan een inhaalslag van afwezigen en aan herhaling zijn natuurlijk legitiem. Maar een college mag meerwaarde hebben ten opzichte van een diavoorstelling of youtubefilmpje. Ook een college op afstand.

Selecteren en ordenen
Een voorbeeld. Docenten die iets uitschrijven of tekenen, staan daarmee model voor de studenten. Studenten zien docenten namelijk informatie selecteren en ordenen. Dat geeft impliciet hints over welke informatie belangrijk is, namelijk belangrijk genoeg om genoteerd te worden, en over onderlinge verbanden.

Bij een powerpoint is dit proces van selectie en ordening vooraf al doorlopen en zal de docent dus extra moeite moeten doen om dit weer zichtbaar te maken. Denk aan het gedoseerd laten verschijnen van elementen in een dia, slimmigheden met animaties en het expliciet benoemen van de getoonde selectie en ordening.

Daarnaast verleidt powerpoint gebruikers om minder te selecteren en anders te ordenen. Een tekst op een powerpoint is sneller ingevoegd dan op een bord uitgeschreven; hetzelfde geldt voor een gedetailleerd schema. De diatemplates hebben ordeningen met diatitels en bulletpoints, misschien een heel andere ordening dan die u als expert zou aanbrengen. Als de informatie nieuw is voor studenten, zullen ze moeite hebben om zelf belangrijke zaken te herkennen en de juiste ordening aan te brengen.

Peilen en inhaken
Een ander voorbeeld. Er is enige flexibiliteit nodig om leerdoelen te bereiken. Studenten verschillen onderling en op niet alles kan worden geanticipeerd. De ene groep kampt misschien met hiaten in voorkennis of misconcepties, de andere groep blijft lang hangen bij een lastig nieuw principe. Als u regelmatig peilt wat er wel en niet door de studenten begrepen is, kunt u daar ook op inhaken.

Powerpoint kan u het peilen en het inhaken doen vergeten en de flexibiliteit doen afnemen. De inhoud is namelijk al vastgelegd. Als u toch peilt en wil inhaken, gaat u misschien terug naar de minder goed begrepen dia’s. Maar ook dan kunnen die dia’s onbedoeld als leidraad gaan dienen voor wat u vertelt, in plaats van de informatie die bij de studenten ontbreekt. De dia’s sturen aan op het herhalen van het onderdeel, in plaats van het inspelen op de nieuwe situatie door bijvoorbeeld een ander voorbeeld, formulering of weergave te kiezen.

Eruit blijven
Powerpoint kan de nodige structuur en houvast bieden. Er kunnen natuurlijk dingen mee vertoond worden die met de hand niet kunnen. Met een digibord of tekentablet is het bovendien ook prima te combineren met het uploaden van de zelfgeschreven en -getekende toevoegingen.

Powerpoint is dus niet de valkuil zelf, maar het programma graaft er wel een. De kunst is om hem te zien en eruit te blijven, door voortdurend bewuste keuzes te maken in het gebruik ervan.

Nog een open deur? Fijn!

Blog – De powerpointvalkuil
Getagd op: